Theatraal gepresenteerd verhaal over de geschiedenis van de Moespotsleide op landgoed de Kranenkamp bij Deventer. Opdracht: Stichting IJssellandschap, bij opening Moespotsleide.
Het verhaal van de Moespot
Ergens in een uithoek
was er een nieuw begin
het voelde licht en aarzelend
een kleine, vreemde siddering
Maar tijd tikt door
gewicht gaat wegen
het kleine, rare kriebelen
werd één en al bewegen
Mijn opperhuid werd afgeschraapt
daar lag ik: open, bloot
het lichte was nu groot en zwaar
ik dacht zelfs nog: is dit de dood?
Was ík dit? Ooit bedaard en groen
strak uitgespreid en stoer
wat waren ze met mij aan ’t doen?
en bovendien: waar was de boer?
Bij hem hoord’ ik in vast patroon
in zijn ritme ging ik mee
van grootvader op zoon op zoon
gaf ik het voedsel aan het vee
Nu zag ik boeren grommen, steunen
en dat ze niet gelukkig waren
niks-niet-meer over hekjes leunen
tevreden in mijn verte staren
Hun blik gleed niet meer over mij
hun ogen bleven haken
over mijn braakliggende lijf
konden ze niet meer waken
Ze keken weg, ik was alleen
een kaal stuk grond met gaten
maar -ik kon er niet omheen-
er broeide iets in al dat ‘laten’
Zenegroen en borstelbies
en herten aan mijn oever
het was een oud vergeten iets
een weten van heel vroeger
Wat open bloot en eenzaam was
werd nu een willen ondergaan
in welke kleuren zou ik bloeien
in hoeveel soorten wuivend gras?
In diepe stromen helder water
in munt of lis of smalle bree?
ik ging zelfs dromen over later
over de wilde orchidee!
De boer en ik, we zien elkaar
maar moeten ook beamen
de tijden zijn veranderd
we vallen niet meer samen
Goede buren, oude vrienden
een ingehouden snik
maar kijk en weet: dit is voorgoed
dit is mijn nieuwe oude ik
Ooit zal hij mij zo, hoop ik, zien
en -al kost het nog wat jaren-
misschien toch met een glimlachje
weer in mijn verte staren.
Alied van der Meer, maart 2010