Een voorstelling met zang en dans. Over het leven als vrouw in verschillende culturen. Over liefde, schaamte, vrijheid en gebondenheid. Tot stand gekomen op basis van interviews met spelers. In samenwerking met regisseur Gerja Meima en choreograaf Farida Nabibaks.
Opdracht: Stichting Parels
Fragment 1e scene
Dochter 1
Het was op een regenachtige zondagmiddag…
Dochter 2
Een maanverlichte dinsdagnacht…
Dochter 3
Het gebeurde tussen de witte en de bonte was…
Dochter 4
Buiten, aan de rand van de stad in een mistroostig bosje, mijn moeder werd daarna verkouden…
Dochter 5
Gewoon, in bed. Ik werd verwekt in bed. Ik denk omdat ze nu eenmaal naar bed gingen…
Dochter 6
Het was echte liefde in een piepklein tentje…een heel leuk klein lichtblauw tentje…echt heel leuk…ik zie helemaal voor me hoe het staat te dansen op het gras…
Dochter 2
Ergens in augustus, in de tijd van de vallende sterren…
Dochter 1
…ben ik begonnen. Begonnen met leven. Maar wat was ik helemaal?
Een klompje cellen waarin alles bruiste en klopte en rond stuiterde.
Ik had geen vast vorm, ik kon niks vastpakken of van me afduwen,
Ik kon niet nadenken of ergens iets van vinden.
Of misschien ook wel maar ik kan het me beslist niet herinneren.
Ik was er, en ik werd steeds meer.
Ik groeide. Dat is alles wat ik erover kan zeggen.